woensdag 5 juni 2013

Dordogne

Dichter zit op een dunne wolkenkoepel. Hij zit diep en zacht als in suikerspin. Het is er stil. Boven hem brandt een zwijgende zon. Nu en dan scheurt de witte zijde geluidloos open en kijkt hij uit over de weidse landschappen onder zich waarover zon en schaduw glijden. Als hij met de hand wuift, ziet hij daar beneden een schaduw bewegen en speelvogel als hij is, doet hij zo al eens een koe schrikken of een kind lachen, want volwassenen zien dit niet.
Dichter is niet alleen. Naast hem zit een Elfje en Zij vangt het licht in de vleugels op haar rug en Zij heeft geen schaduw en Zij spreekt geen woord maar schrijft Haar verhaal in zijn ziel. Ze zitten hand in hand. Dichter is lichter vandaag. Lichter dan de wolken en lichter dan de zon. Lichter dan de lucht die hij ademt.
Wat verderop zitten Twaalfjes. Dat zijn gekneusde Elfjes. Elfjes die de vernietigend brute kracht van de niets ontziende mensensoort hebben geleden, maar het hebben overleefd en die nu rust en stilte zoeken tussen de Elfjes op de wolken. Ze praten stil en voorzichtig en aftastend met mensen, zelfs al zijn ze Dichter en leven ze in Woorden en in de Wolken.

De wolk breekt. "Dit is nu een wolkbreuk", denkt Dichter. Dichter kijkt omlaag. Elfje houdt hem bij de kraag, bang dat hij vallen zou en de Twaalfjes fluisteren wat hij ziet. Onder hen verschijnt in de zon een breed landschap met aan de ene kant een Grijze zee en aan de andere zijde een vlakte die diepgroen is, kaal en dor. En door die dorre vlakte stroomt een trage stroom als een blinkend lint in dat dorre land. "Dat is de rivier Dogne", fluistert een Twaalfje en ze grinnikt, "We zeilen over de Dordogne."

"Dromer", zegt Elfje en Elfjes kennen geen ironie, in tegenstelling tot Twaalfjes.

Elfje neemt dichter vast om de middel en ze glijden omlaag en haar vleugels bewegen zo snel en geruisloos dat ze niet bewegen en dan staan ze in het verdroogde bruinige gras dat onder dunne modder zit en ruikt naar bos. De vlakte is kaal en dor. De rivier Dogne meandert zonder dijken naar Zee en langs haar oevers zijn trage wandelwegen gesleten door duizenden mensenvoeten die hier al vele eeuwen de rivier volgen, stroomopwaarts waar de bruggen zijn naar de andere oever. Dichter ziet de stenen langs de oever, zoekt een platte en gooit die vanuit de schouder en de pols in een bijna horizontale vlucht laag scherend over het water en de steen stuitert een paar keer op en neer voor hij zinkt. "Jeugdsentiment", zegt hij, "dat deed ik al als kind." Elfje neemt zijn kin, kust hem op het voorhoofd en kijkt hem aan met haar ziel en fluistert: "Je bent een kind gebleven."

Boven hen zijn de wolken verdwenen. De Dordogne baadt in de warme omarming van de vloeibare zon. De Dordogne is mooi.






Sent via BlackBerry offered by Proximus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten